Kon jij maar zien…
Op het moment dat ik dit schrijf, zit ik in de trein. Ik kijk om me heen en zie dat alles heel snel aan me voorbij gaat. Ik rij langs een paar kleine dorpjes met prachtige huizen, langs mooie grote bossen en langs de snelweg waar de auto’s voorbij razen. Ik denk nog even aan het stukje wat ik voor mijn vorige blog schreef, over de vakantie. Maar dat is ook al weer lang geleden, ik ben alweer gewend aan alle docenten en collegebanken. Het leven lijkt in een sneltreinvaart te gaan.
En als je dan je ogen niet goed open houdt, rijdt je zo langs allerlei mooie dingen, zonder ze te zien. Als ik niet goed uit het raam had gekeken, dan had ik niet gezien hoe 2 oude mensen een wandeling maken in het bos. Hoe ze elkaars hand vastpakken, en genieten van het leven, de natuur en de liefde. Zoveel moois kan aan je voorbij razen als je er niet op let. We zijn vaak druk met andere dingen en gunnen onszelf geen tijd om er naar te kijken. Of we willen er gewoon niet naar kijken, weten niet wat we kunnen zien als we onze ogen open houden.
Maar God wil er voor zorgen dat wij om ons heen kijken, dat we zien wat hij voor ons heeft gedaan en gemaakt. Tussen al die dingen die in sneltreinvaart aan je voorbij gaan, zit zoveel moois. Je moet er simpelweg op vertrouwen dat God er wel voor zorgt dat onze trein door een goede machinist wordt bestuurd, dat Hij ons naar de goede eindbestemming brengt. Hij weet wat goed voor ons is. Dan kunnen wij ondertussen stilstaan bij zijn schepping, en door het raam naar buiten kijken.
Het meisje naast me in de trein is in slaap gevallen. Ze ziet niet dat de zon langzaam ondergaat en dat er een roodoranje gloed over het landschap schuift. Dan komt er een tekst in me op van een lied van Gerald Troost: ‘Kon jij maar zien, wat ik nu zie. Kon jij maar voelen, wat mij raakt’